|
||||||||
|
Je kunt er gif op innemen: telkens als de mensen van Glitterbeat-dochter tak:til een plaat uitbrengen, staat er iets te gebeuren. Deze keer doen ze dat middels een CD/LP van het zeer bijzondere Sloveense trio Etceteral. Dat zijn saxofonist / elektronicamens Bostjan Simon, percussionist Marek Fakuc en visueel kunstenares Lina Rica die hier drie kwartier heel bijzondere muziek maken, die niet meteen in één vakje te stoppen is, maar onmiskenbaar elementen uit de improvisatie, de funk, de Krautrock en de “gewone” jazz herbergt. Dat leidt tot een heel bijzondere luisterervaring, die je als toehoorder serieus bij het nekvel grijpt, of je dat nu wil of niet. Deze “Rhizome” is de tweede plaat van het trio en die maakten ze vanuit hun bekommernis om audio en visuals nog meer dan vroeger te laten samensmelten. Dat doen ze, door op verkenning te gaan in het grensgebied tussen de groove van hun heel hedendaagse jazz, elektronisch gevormde klankkleuren, vrije improvisatie en heel aparte, abstracte modulaire benadering van wat wij klassiek “melodieën” noemen. Ze rekken als het waren de muziek uit tot de uiterste grens en laten haar dan, zoals een elastiekje dat het oprekt en weer loslaat, haar oorspronkelijke vorm terug aannemen. Daarbij bewandelen ze, in hun eigen woorden “een niet-lineair pad, neet netwerk van haast onzichtbare draden, waarbinnen elk punt op de ene of de andere manier met elk ander punt verbonden is”. Dat heeft natuurlijk vreemde geluiden, zeker voor ons, die opgevoed zijn met klassieke tertsen, kwinten en septiemen, maar niettemin is dit een heel boeiend experiment; wie zich nog iets van de les biologie herinnert, weet wellicht nog wel dat een rhizome een ondergrondse stengel is, die op onverwachte momenten naar de oppervlakte kan komen en daar “gewone” wortelstokken en bladeren kan ontwikkelen. De groepsnaam is helemaal correct gekozen om de muziek van het trio te omschrijven. Je hoeft maar naar opener “Meadow Sage” (“veldsalie”) te luisteren om een idee te krijgen van wat ik bedoel: je auditieve captatievermogen wordt behoorlijk op de proef gesteld, maar als je de moeite doet om een paar keer te luisteren, ontdek je heel boeiende klanken, waarbij je geen moment voorbij kunt aan het intrigerende samenspel tussen synthesizer, sax en kick drum. Morpine is bij momenten heel dichtbij en Chick Corea is nooit veraf. Dat betekent onder anderen dat elke muzikant zijn eigen partituur schrijft en direct uitvoert, maar dat de hele zwik op het einde wel samengesmolten wordt. De bijzondere ritmepatronen die gevolgd worden, zijn daarbij een drijvende kracht, zoals ten overvloede blijkt uit een track als “Gologlavka”. De rol die visual-artieste Rica daarbij speelt, is me nog niet helemaal duidelijk -daarvoor heb ik wellicht een liveconcert nodig, maar naar ik begrijp, maakte zij haar beelden live in de studio en projecteerde ze op de studiomuren wat ze aan het maken was. Dat bevordert de vrije associatiekansen van de muzikanten en maakt het geheel nog rijken dan wat je zou meemaken, als je alleen de audio te horen kreeg. Bij een nummer als “Brasshopper” kan ik me onmiddellijk een paar dingen voor de geest halen, al kan het best zijn dat ik helemaal wat anders vermoed dan wat de drie makers voor ogen hadden. In elk geval: dit is een heel bijzondere en heel knappe plaat, die ik elke ietwat “gevorderde” luisteraar durf aanbevelen! (Dani Heyvaert) > |